An English Dutch Dictionary
English to Dutch
Dutch to English
whole word, sort by length
page 1 of 1 for "
the sail
"
English
Dutch
the sail
het zeil (de zeilen)
the sailboat
de zeilboot (de zeilboten)
the sailing boat
de zeilboot (de zeilboten)
the sailing ship
het zeilschip (de zeilschepen)
the sailor
de zeeman (de zeelui)
the sailplane
het zweefvliegtuig (de zweefvliegtuigen)
the sail
Dutch singular
het zeil
Dutch plural
de zeilen
part of speech
noun
English singular
the sail
categories
onderdeel van een vaartuig
onderdeel van een voertuig
onderdeel van een product
deel
show all categories
Read the
help
about search options, verb conjugation tables, etc.
Search script and dictionary developed by
www.valley-trail.com
Compiled in the 21st century